Deutsches Rechtswörterbuch (DRW): Kürrolle

Kürrolle

, f.

wohl zu 1Kür (B II 1), nur nl. belegt
Gerichtstermin, Verhandlung in Bußsachen
  • dat op de vierschare, poorter-rolle, arrestrolle, schouten-rolle, keur-rolle ende impost-rolle alle saecken, die men nae de voorgaende ordonnantie daer op te presenteren ghewoon is, dienen sullen
    1594 Amsterdam(Nordk.) 584
  • 1594 Amsterdam(Nordk.) 585
  • dat voorts partyen in alle saken sullen moeten gebruycken een procureur, uytgenomen alleen op de schouten- of keur-rolle 
    1644 Amsterdam(Nordk.) 587
  • 1728 Amsterdam(Nordk.) 628
  • oJ. NlWB. VII 1 Sp. 2648
unter Ausschluss der Schreibform(en):