Deutsches Rechtswörterbuch (DRW): Kustbot
Kustbot
, n.
nur nl. belegt, wahrscheinlich zwei Wörter verschiedener Bildung: Bestw. in Bedeutung I vermutlich *custe, ein Abstraktum zu kusten (III) (vgl. TijdschrTaalLk. 11 (1895) 299, NlWB. VIII 619), in Bed. II dagegen Kust (V)
I
urspr. wohl "Ladung zu einem Kauf", dann öffentlicher Verkauf von Liegenschaften, Versteigerung
vgl.
kusten (III)
- voert van landen, dat men vercopen sal, ende men des sonnendaechs in die kercke condich doet, ende te custebode legt in die weecke, dat niemant ontdriven en mach, alsoe verre, als hyt te custebode vercoopt, seide daer yemant weder, dat waeren sal die vercoper, als recht is1317 Mieris II 735Faksimile - in Google Books
- kustbode gehouden ten huize van ...1708/33 TijdschrTaalLk. 7 (1887) 318
- veylingh ofte kustbode1708/33 TijdschrTaalLk. 7 (1887) 318
- de geregtigheyt der custeboden en publicque veylinge1716 NlWB. VIII 1 Sp. 619
II
Aufforderung zu einer eidlichen Versicherung (zu anderen Interpretationen vgl. MnlWB. III 2228)
- roerende cusbot1570 Cout's-Gravenhage 127 Marg.