Deutsches Rechtswörterbuch (DRW): Landgenächte
Artikel davor:
landesgelegen
Landgeleit
Landgemaca
Landgemäre
Landgemärke
land(es)gemein
Land(es)gemeinde
Landesgemeindeplatz
Land(es)gemeine
Landesgemeinehaltung
Landgenächte
, n.
Gerichtssitzung
- de schouteth en mach de vierschare ten landtghenechte niet besitten voor den thien uren, ende ten minsten met vier schepenen1559 CoutHérenthals 6Volltext - digitalisiert im Rahmen von "Recht uit de Lage Landen"
- d'landtghenechte neemt sijn beghinsel ende loopt alle jaeren op't voecht-gedinghe voor noene, als het eerste, hebbende alsoo't gheheel jaer lanck cours, van vierthien daeghen te vierthien daeghen1559 CoutHérenthals II § 1
- alsoo tot Gheel het ordinaris lantghenechte ghehouden ende beseten wort bij den drossaert ende seven schepenen, oft den meestendeel der selver1619 CoutAnvers VII 326Volltext - digitalisiert im Rahmen von "Recht uit de Lage Landen"
- het landghenechte neemt sijn beginsel alle jaer naer het jaerghedinghe, het welck alsoo het gheheel jaer sijnen cours hout, von vijfthien daghen tot xv daghen1619 CoutAnvers VII 328Volltext - digitalisiert im Rahmen von "Recht uit de Lage Landen"