Deutsches Rechtswörterbuch (DRW): Momberei
Artikel davor:
Molterrecht
Molterrente
Molterschüssel
Molterssechter
Molterstein
Molterzins
Molterzoll
moltig
Momber
Momberbrief
Momberei
, f.
I
(oft entgeltliche) Geschäfts- bzw. Amtsführung, Vertretung, Vormundschaft
vgl.
Momber (II)
- van der mondborien van den gasthuse ... willen wi, dat onse stat ... hebbe ... gelijc dat si plach bi onsen vorderen te houdene1306 Willems,Brab. I 734Faksimile - digitalisiert vom Münchener Digitalisierungszentrum (MDZ)
- dat elc [Amtsinhaber] twee jaer lang in ene mondborie bliven sal, ende nieth langer1368 Willems,Brab. II 613
- de mambornie ende voogdie van hertoghe Philips1488 MnlWB. IV 1914
- vader ende moeder hebben ... de plicht ende momboirye over hunne onbejaerde kinderen1570/1607 CoutBruxelles 174Volltext - digitalisiert im Rahmen von "Recht uit de Lage Landen"
- waert dat de manspersoonen stonden in momboiryen, dat die dan egeen ... obligatien passeren oft bekennen en moghen1586 CoutAnvers I 396Volltext - digitalisiert im Rahmen von "Recht uit de Lage Landen"
- die momboirs tot de momboirie gekosen ende geroepen ... zijn gehalden die aen te nemen1619 GeldernLR. I 4 § 3, 1Faksimile (ca. 261 KB)
II
Regentschaft
Artikel danach:
Mombereid
Mombergulden
Momberhand
momberig
Momberin
momberlich
mombern
Momberrecht
Momberschaft