Deutsches Rechtswörterbuch (DRW): (Noppzeichen)

(Noppzeichen)

, n.

Herstellerzeichen an Tuchen
  • elc laken sel hebben een nopteken, dair die drapeniers hoir laken bi moghen kennen
    2. Hälfte 14. Jh. LeidenKb. 122
  • elc drapeniere sel ... laten sijn nopteken setten in der stede boc
    1407/48 LeidenKb. 520
  • dat Clais ... sculdich is voert te gaen, te kennen of te ontkennen alsulken hanteyken, als hy op hem sprekende heeft ende hy selver mit zijn hant gescreven heeft ende zijn nopteyken daironder geset heeft, oft sijn hantteyken of merck is of niet
    1434/1542 LeidenRbr. 296
  • tot wat tyden een drapenierder een sulck laaken op touw sal willen setten, soo zal hy gehouden zyn, eer hy dat nopteyken geleyt heeft, twee weerdeyns daar by te halen, om daar een loot aan te slaan, al eer hy voorder sal mogen weven
    1572 NlWB. IX 2162
unter Ausschluss der Schreibform(en):