Deutsches Rechtswörterbuch (DRW): ordinarijs/Ordinarijs
Artikel davor:
Ordinarigang
Ordinarigefälle
Ordinarigeld
Ordinarigericht
Ordinarigerichtshaltung
Ordinarihilfe
Ordinarihofgericht
ordinari
Ordinari
Ordinariat
ordinarijs
, adj., ordinarie, adj.
I
wie ordinari
- sullen ... sy [archidiacken] uns [ertzebuschoff] weder in unse ordinarie jurisdictie nyet dragen1446 Lacomblet,UB. IV 334
- wat ordinarijse uuytstelle, delaye oft judicien deliberatorien hij begheeren mac1496 CoutBrab. II 2 S. 7
- up ordinaryse costen1518 BronnHandelEngl. II 1 S. 248
- [es hat] ein momper sein ordinarie momper pfenning von einem reichsthaler1711 LuxembW.(Majerus) I 42
II
richter ordinarijs wie Ordinarijs (I)
- biscoppen die ordinarie rechtren sijn1292 CorpMnlTekst. I 1719
- men vijndt tweerhanden richters oft jugien, te weeten, juge oft richter ordinarijs ende juge oft richter delegaet oft gedelegeert. juge oft richter ordinarijs is die bij hem selven oft uuyt beneficien van den prinche, jurisdictie universael excerceren mach overal, ende dijen de generaliteyt oft universiteyt der saken bevolen is, als baillyeuws, scouteten, presidenten van provintien ende dijergelijcke1496 CoutBrab. II 2 S. 39
- dese dinge voirscreven begrijpen nae recht huer plaetze in den richter ordinarijs1496 CoutBrab. II 2 S. 40
- een weerlijc richter ordinarijs is schuldich zijn vonnisse te wijsen in der plaetzen ende dincbancken oft vierscharen van zijnen oudtvorders int openbair1496 CoutBrab. II 2 S. 120
Ordinarijs
, m.
I
verkürzt für ,richter ordinarijs" ordentlicher (II) Richter
vgl.
ordinarijs (II)
- soe heuet W. gheloeft hem te bindene ende zijn goet vore zinen ordinaris ende voren des abts man van zinte Pieters1282 CorpMnlTekst. I 661
- 1370/78 VerdamHWB.2 Suppl. 242
- dair en zijn mair iii personen die macht ende faculteyt hebben ennigen richter te delegeren, te weten, die ordinarijs, de delegaet van den pauws, ende de delegaet van den keyser1496 CoutBrab. II 2 S. 41
- dat alle richters delegaet mogen wordden gerecuseert, desgelijcx soe mogen oic na de gemeyn opinie van den doctoren de richters ordinarijs, hoewel dat ennige geneychtheit hebben, dat men den ordinarijs nyet en soude recuseren1496 CoutBrab. II 2 S. 42
- dat nair de litiscontestacien gebreck ende versuymte valt int ordinarijs vervolgh1496 CoutBrab. II 2 S. 86
II
nach VerdamHWB.2 Suppl. 242: Buch, das die Gottesdienstordnung bzw. die Klosterregel und weitere Verordnungen enthält
vgl.
Ordinarius (IV)
- 1461 VerdamHWB.2 Suppl. 242