Deutsches Rechtswörterbuch (DRW): Palmschlag

Palmschlag

, m.


I Schlag mit der flachen Hand zur Bekräftigung eines Vertrags; auch: Zuschlag bei einer Versteigerung
  • een pactum en is anders nyet dan een ... consent dat ii personen oft meer overdragen in eender saken ..., deen den anderen te doene oft te gevene, ende is geheeten pactum van den palmslage oft omdat dat een werck is van payse
    1496 CoutBrab. II 1 S. 55
  • datmen die goeden vercoopen ende dien naesten vridach den palmslach gheven sal
    1545 CoutAnvers I 188
  • dat deghene, denwelcken de mijne oft palmslach sal blyven, sal schuldich sijn ten minsten vier hooghen op te stellene
    1570 Stallaert II 337
  • dat oock, ten versuecke vanden calengierder, de cooper ende vercooper schuldich ... sijn, in sijns calengierders presentie, onder hueren eedt te verclaren den deuchdelijcken coop, metten goedtspenninck, lijffcoop ende appendentien, ende hoe ... den selven metten palmslach gemaeckt ende gesloten is
    1577 CoutKiel 124
  • [Lehngerichtsgebühren bei:] jura des palmschlags 4 mr
    18. Jh. Paffen,WasserkraftAachen 28
II (Kauf-)Vertrag
  • dat men ... nemmermeer opten sondach ... en sal ... egheen comanscapen, voirweerden, geloiften, eeden oft palmslagen tot egheender plaetsen mogen doen
    1455 BredaRbr. 63
  • sullen de cooper ende vercooper schuldich zijn, ten versuecke vanden calengierder ende in sijne presentie, by heuren eedt te verclaren hoe ... de coopmanschap ofte palmslach ghemaeckt ende ghesloten is
    1558 CoutSanthoven 124
III Versteigerungstermin
  • [Verkauf eines Hauses] nach mehreren fruchtlos verflossenen palmschlägen und taxae steigerungen
    1786 AachenZ. 6 (1884) 56
unter Ausschluss der Schreibform(en):