Deutsches Rechtswörterbuch (DRW): personeel

personeel

, adj.

wie persönlich (II) 
  • ennige andere previlegien zijn personeel, dairaf ennige zijn singulaer, ende wordden verleent certeynen personen met expressie ende noemingen van hueren propreren oft singulieren name
    1496 CoutBrab. II 2 S. 183
  • de crediteur eerst pandende syn debiteurs goet van personele schult ... is geprefereert voor andere naerpanders
    1546 CoutGand I 260
unter Ausschluss der Schreibform(en):
unter Ausschluss der Schreibform(en):