Deutsches Rechtswörterbuch (DRW): Porterie

Porterie

, f.


I Bürgerrecht einer Stadt
  • van porterien 
    14. Jh. VilvoordeRb. 60
  • de man vrijhet dwijf van der porteryen, mair dat wijf en vrijdt den man niet van der porterien 
    14. Jh. VilvoordeRb. 63
  • dairaf renuncieren van allen vrijheyden, poorterijen, sinte petersmanscap ende andere vrijheyden die zij hebben mochten
    1496 CoutBrab. II 1 S. 73
  • wie anders de poorterie van deser stede pijnde te vercrighene, het en ware bi dienste, dat ware up de boete van xx ponden
    oJ. Cout. v. Gent 608/MnlWB. VI 597
II Gesamtheit der Bürger einer Stadt
  • de proviseerers die zijn sullen van den lede van den poorteriën 
    1413 MnlWB. VI 596
unter Ausschluss der Schreibform(en):