Deutsches Rechtswörterbuch (DRW): Rentier
Artikel davor:
Rentgegenschreiber
Rentgeld
(Rentgelter)
Rentengeschäft
Rentengut
Renthaus
Rentenheber
Rentheberei
Rentherr
Renthof
Rentier
, m.
nur mnl. belegt
II
wie Rentner (I)
- inder pandingen, daermen recht begheert aen een erve, ende dat erve an hem drien verstorven is, ende die eene wil betalen ende die ander niet, so sal die rentier segghen, dat hi zijn gheheel renten hebben wil vanden heelen erve15. Jh.? Fruin,Dordrecht I 227Faksimile (ca. 160 KB)
- wes den excijs niet en vermach moeten die rentiers vertouven totten naesten jaere1514 InfHollant 21Faksimile - in Google Books
- 4 quoyeren ... daerinne staen alle de rentiers die zy [stede van Amsterdam] hebben, daer uyt men deselve betalinge doet1514 InfHollant 170Faksimile - in Google Books
- in dien den pandt nyet goet genoch en is (om alle rentieren te voldoene), dan moeten de jonxte rentieren ... verliesen aenden pandt1545 CoutAnvers I 206Volltext - digitalisiert im Rahmen von "Recht uit de Lage Landen"
- een rentier ... heeft optie ende keuse, oft hy voer tgebreck van synder renten actione personali wille procederen ... oft actione reali1545 CoutAnvers I 220Volltext - digitalisiert im Rahmen von "Recht uit de Lage Landen"
- nyemant en mach syn erfgoeden ... opdraghen in handen vanden heere ... in prejuditie vanden rentieren1545 CoutAnvers I 224 [ebd.ö.]Volltext - digitalisiert im Rahmen von "Recht uit de Lage Landen"
- wan der rentier den rentgever oft besitter van den onderpandt by personeele actie heeft aengesproken1619 GeldernLR. II 2 § 2, 11Faksimile (ca. 266 KB)
III
wie Rentner (II)
- rentiers poorters ende ambachts liedenum 1500 NlWB. XII 3 Sp. 2404
- rentier. qui vist de ses rentes. homo prædiatus1573 NlWB. XII 3 Sp. 2404
IV
wie Rentgeber
- die voirgaende lasten van de beden ende quade betalinge van den renthiers ende die periculen, hier voirtijts gehadt in 't besegelen van 't gemeen lands renthen1522 BijdrHistGen. 37 (1916) 113
- verbiedende den selve pachters ende rentiers yet te betaelen, dan in heure hande1568 NlWB. XII 3 Sp. 2405