Deutsches Rechtswörterbuch (DRW): (Sterbmann)

Artikel davor: Sterbhandlohn Sterbhaupt Sterbhaus Sterbherr Sterbherrenrechnung (Sterbkauf) (Sterbküre) Sterblehnsrecht sterblich Sterblichkeit

(Sterbmann)

, m.

von einer Körperschaft (zB. Kloster, Stadt) für ein empfangenes Lehen eingesetzter Lehnsträger (II), bei dessen Tod die (an sich unsterbliche) Körperschaft Todfallabgaben leisten muss
vgl. 1Mann (I 5 d), sterblich (IV)
  • zoe een leengoet compt bij testament ende octroij gelijckelijck inbroeders ende susters handen, dat die broeders ende susters dat gelijckelijckmoeten commen verheffen, stellende een van hen daerop als sterffman 
    16. Jh. CoutRumpst 650
    Volltext - digitalisiert im Rahmen von "Recht uit de Lage Landen"
  • zoe den sterffman compt afflijvich te wordden, dat die anderbroeders ende susters gehouden zijn dat leengoet anderwerff te verheffen, stellende anderwerven eenen van hen als sterffman daerop
    16. Jh. CoutRumpst 650
    Volltext - digitalisiert im Rahmen von "Recht uit de Lage Landen"
Artikel danach: Sterbochse Sterbrecht Sterbrind Sterbsucht Sterbung Sterbvermachnis Sterbvieh (steren)? Sterenfleisch