Deutsches Rechtswörterbuch (DRW): (Strickersche)

(Strickersche)

, f.

wie Strickerin 
  • dat egeen van den voirs. meesters oft meestersse elk van nu voortaen en sal mogen geven enniger spynner, stricker noch kaerder, spinnsse, strickersse noch kaerdersse ennig werk den voors. mutsmakerenambacht aengaende, naedyn dieselve spinner, stricker, kaerder, spinnersse, strickersse oft caerdersse in haere woonplaatsen bevonden sall zijn by den koermeesters ten tyde zijnde meer dan eenrehanden werk te hebben
    1525 's-HertogenboschAmbg. 481
unter Ausschluss der Schreibform(en):